5.2 Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Algemeen
De paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bestaat uit drie onderdelen:
1. Een inventarisatie van de financiële risico's die de gemeente loopt, de zogenaamde benodigde weerstandscapaciteit.
2. Een berekening van de beschikbare middelen om deze risico's op te vangen, de zogenaamde beschikbare weerstandscapaciteit.
3. Een beeld van de financiële positie van de gemeente, weergegeven aan de hand van een verzameling ratio's.
1. Actuele weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit is het totaal aan middelen dat kan worden ingezet om de financiële gevolgen van voorkomende risico’s op te vangen. Hiertoe behoren:
Omschrijving | Begroting |
---|---|
Algemene reserve vrij besteedbaar | 20.215 |
Reserve weerstandsvermogen | 3.000 |
Reserve Recreatie en toerisme | 58 |
Reserve Wmo | 90 |
Reserve LandschapsOntwikkelingsPlan | 29 |
Reserve Monumentenzorg | 91 |
Reserve Frictiekosten personeel | 167 |
Reserve Duurzaamheid | 1.024 |
Reservering woningbouw | 2.834 |
Omgevingsvisie | 106 |
Saldo meerjarenbegroting | 129 |
Onvoorzien | 80 |
Incidenteel weerstandsvermogen ( x € 1.000) | 27.823 |
Volgens de begroting 2019 heeft de gemeente Nieuwkoop op 31 december 2019 een weerstandscapaciteit van € 27.823 mln.
2. Risico inventarisatie
De risico inventarisatie bevat alleen risico's die financieel gekwantificeerd kunnen worden. Om een beeld te geven van de aard en de omvang van de risico's zijn hieronder de grootste risico's kort omschreven. Het gaat risico's die financiële gevolgen kunnen hebben van meer dan € 50.000. Kleinere risico's zijn niet omschreven.
Gebeurtenis / Situatie | Programma | risico-bedrag |
---|---|---|
Grondexploitaties | 1 | 11.688 |
Risico's met betrekking tot ruimtelijke ordening | 1 | 1.000 |
Kosten en claims na ramp | 5 | 1.000 |
Meldplicht datalekken | 5 | 810 |
Inwerkingtreding Algemene Verordening Gegevensbescherming per 25 mei 2018 | 5 | 800 |
Informatiebeveiligingsincident | 5 | 550 |
Toename van de kosten van de Wmo door de vergrijzing | 3 | 500 |
Uitval technische voorzieningen door onvoorziene omstandigheden | 5 | 500 |
Administratieve verplichting, vertraging bij gronduitgifte grondexploitatie locaties en gewijzigde wetgeving, waardoor er minder legesopbrengsten zijn | 1 | 500 |
Afwijken van inkoop- en aanbestedingsbeleid | 5 | 250 |
Risico's jeugdwet | 3 | 200 |
Verhoging bijdrage aan gemeenschappelijke regelingen | div. | 150 |
Niet in aanmerking komen voor compensatieregeling bij overschrijding Buigbudget | 3 | 150 |
Risico's participatie zoals Rijnvicus, beschut werk | 3 | 100 |
Geen goedkeurende controleverklaring | 4 | 50 |
Archieven externe partners worden niet goed bijgehouden | 5 | 50 |
Krapte op de arbeidsmarkt | 5 | 50 |
Totaal ( x € 1.000) | 18.348 |
Weerstandsvermogen
De ratio weerstandsvermogen, ook wel de weerstandsratio genoemd, wordt als volgt berekend:
Ratio weerstandsvermogen = | Beschikbare weerstandscapaciteit |
Benodigde weerstandscapaciteit |
Op basis van het voorgaande is de actuele weerstandsratio van de gemeente Nieuwkoop:
Ratio weerstandsvermogen = | 27.823 | = 1.52 |
18.348 |
Waarderingstabel weerstandsvermogen (bron: Nederlands Adviesbureau Risicomanagement)
Waarderingscategorie | Ratio weerstandsvermogen | Betekenis |
---|---|---|
A | > 2,0 | Uitstekend |
B | 1,4 < x < 2,0 | Ruim voldoende |
C | 1,0 < x < 1,4 | Voldoende |
D | 0,8 < x < 1,0 | Matig |
E | 0,6 < x < 0,8 | Onvoldoende |
F | < 0,6 | Ruim onvoldoende |
Volgens de waarderingstabel plaatst een ratio van 1,52 de gemeente Nieuwkoop in de categorie B Ruim voldoende
3. Beeld van de financiële positie
Met de weerstandsratio is nog lang niet alles gezegd over onze financiële positie in de brede zin. Om daarvan een beeld te krijgen kunnen we een aantal andere ratio's raadplegen. Het BBV reikt voor dat doel de volgende ratio's aan.
Ratio | jaar | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting |
---|---|---|---|---|---|---|
Netto schuldquote | 10,5% | 31,7% | 25,8% | 39,1% | 36,4% | 42,7% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 8,2% | 29,9% | 24,4% | 37,2% | 35,0% | 40,9% |
Solvabiliteitsratio | 41,3% | 46,0% | 51,2% | 51,3% | 48,0% | 48,6% |
Grondexploitatie | 105,2% | 103,0% | 69,2% | 84,8% | 50,6% | 42,6% |
Structurele exploitatieruimte | 5,1% | 1,0% | 0,6% | 1,3% | 1,5% | 1,2% |
Belastingcapaciteit | 121,5% | 119,5% | 125,9% | 126,4% | 126,6% | 127,0% |
Netto schuld per inwoner | € 217 | € 775 | € 811 | € 901 | € 1.092 | € 1.054 |
Het verloop van de ratio's ontwikkelt zich naarmate de gemeente zich financieel ontwikkelt. Zo kan een ratio die betrekking heeft op het jaar 2020 anders zijn in de begroting 2018 dan in de begroting 2019. Ieder besluit met financiële gevolgen verandert iets aan de (toekomstige) financiële positie van de gemeente en dus ook aan een ratio die daar uitdrukking aan geeft. Alleen ratio's die van toepassing zijn op een afgesloten boekjaar veranderen, normaal gesproken, niet meer. Hier geldt het adagium: het verleden verandert niet, de toekomst wel.
Gebleken is dat in het verleden de wijze waarop ratio’s werden berekend niet helemaal juist is geïnterpreteerd. Inmiddels heeft de provincie duidelijke en uniforme rekenregels opgesteld. Aan de hand van deze rekenregels zijn de kengetallen (ook die over 2017) herrekend en vallen een aantal ratio’s anders uit dan eerder vermeld.
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft iets aan over de mate waarin het inkomen van de gemeente toereikend is om aan de schuldverplichtingen te voldoen. De netto schuldquote is een percentage dat tot stand komt door het totale vreemde vermogen te delen door de totale baten uit de gemeentelijke exploitatie. Bij een netto schuldquote hoger dan 130% is sprake van een hoge schuld. Onder de 100% is sprake van een gemiddelde tot lage schuld.
In 2019 is de netto schuldquote 25,8%. Ten opzichte van de laatste keer dat dit kengetal is berekend, de jaarrekening 2017, is dat een forse toename. De oorzaak hiervan is dat de waarde van de activa (met name IKC's en afvalbrengstation) toeneemt met 20 mln. Dit leidt tot een financieringsbehoefte, wat zichtbaar wordt in de negatieve stand van de liquide middelen. Vanaf 2020 neemt de netto schuldquote verder toe als gevolg van financiering van investeringen. De leningen die we zijn aangegaan lossen we in de loop der jaren af, maar per saldo neemt de omvang van de leningen toch toe, doordat we nieuwe leningen aangaan om investeringen te financieren.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Bij de 'Netto Schuldquote Gecorrigeerd Voor Alle Verstrekte Leningen' wordt het vreemde vermogen verminderd met de doorgeleende gelden (leningen van de gemeente aan derden). De begrote netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen wijkt nauwelijks af van de netto schuldquote. Dat komt omdat we maar weinig lening aan derden hebben verstrekt.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft weer in hoeverre het totaal van de activa is gefinancierd met eigen middelen. De ratio wordt berekend door het Eigen Vermogen te delen door het totale vermogen. In de begroting 2016 heeft uw raad besloten de solvabiliteitsratio in de komende jaren terug te tillen naar een niveau van ten minste 40%. De begrote solvabiliteitsratio aan het einde van 2019 bedraagt 51%.
Grondexploitatie
Deze indicator geeft de relatieve hoogte van de voorraad bouwgrond en het onderhanden werk (de grondpositie) in de grondexploitaties aan. De waarde van de grondpositie wordt gedeeld door de totale baten uit de gemeentelijke exploitatie. Hoe groter de grondpositie in verhouding tot de totale gemeentelijke baten, hoe groter het verhoudingsgewijze risico dat de gemeente loopt in de grexen. De begrote ratio grondexploitatie aan het einde van 2019 bedraagt 69%. Eenmalig loopt de ratio in 2020 op tot 85% als gevolg van lagere baten voor de grexen in dat jaar. Daarna neemt het ratio sterk af. De grondposities (en de risico's daarvan) nemen af door minder investeringen en (geplande) verkopen.
Structurele exploitatieruimte
Het financiële kengetal ’structurele exploitatieruimte’ geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de begroting/jaarrekening is, afgezet tegen de inkomsten. Als norm voor gezond begrotingsevenwicht kan 0,6% van de algemene dekkingsmiddelen gehanteerd worden. Deze norm is gebaseerd op de vuistregel van de Commissie BBV die bij art. 12 gemeenten gehanteerd wordt voor de bepaling van de ruimte in de begroting om structurele tegenvallers op te vangen. We zetten de structurele ratio af tegen de hiervoor genoemde 0,6%. De begrote structurele exploitatieruimte bedraagt aan het einde van 2019 afgerond 0,6%. Dit is gelijk aan de gestelde norm.
Belastingcapaciteit
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. De belastingcapaciteit wordt berekend door de totale woonlasten van een meerpersoonshuishouden te vergelijken met het landelijk gemiddelde in het voorgaande jaar en de uitkomst uit te drukken in een percentage. De relevante informatie vinden wij in de tabel met de regionale vergelijking in de paragraaf Lokale Heffingen en de Atlas lokale heffingen van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). Uit berekening blijkt dat de belastingcapaciteit in 2019 een omvang heeft van 125,9%. Dat betekent dat Nieuwkoop 25,9% boven het landelijk gemiddelde ligt. Dat was in de jaarrekening 2017 nog 21,5%. Het verschil zit hem vooral in de afvalstoffenheffing die in 2019 een stijging laat zien.
Netto schuld per inwoner
De netto schuld per inwoner is de netto schuld gedeeld door het aantal inwoners van de gemeente. De netto schuld per inwoner aan het eind van 2019 is € 811. net als bij de netto schuldquote is hier een flinke toename zichtbaar ten opzichte van de jaarrekening 2017. De oorzaak is dezelfde, een toename van de financiering van activa. De netto schuld per inwoner neemt vanaf 2020 verder toe door meer investeringen.
Kengetallen in samenhang: financieel beleid
Zien we de verschillende financiële indicatoren en kengetallen in samenhang, dan ontstaat een beeld van de gevolgen van het financiële beleid dat we in onze gemeente voeren.
Ons beleid is gericht op robuustheid. Nieuwkoop wil niet in een situatie komen waarin beleidsinhoudelijke concessies (bezuinigingen) moeten worden gedaan als gevolg van externe ontwikkelingen, zoals die op de geldmarkt of de onroerend goed markt. Dat beleid krijgt vorm in het streven naar een gezonde schuldpositie, een stevige solvabiliteit, voldoende structurele ruimte in de exploitatie en een verstandige omgang met de verhoudingsgewijs omvangrijke gemeentelijke grondexploitaties.
De solvabiliteit, die sinds de begroting van 2016 een speerpunt is in het financiële beleid, laat ten opzichte van de jaarrekening 2017 een stijging zien. Wat de structurele exploitatieruimte betreft, die zit op de norm van 0,6%.
Nieuwkoop voert verhoudingsgewijs omvangrijke grondexploitaties, dat is een bewuste keuze. Fluctuaties in grondposities hebben direct zichtbare gevolgen op de verhouding tussen de waarde van de posities en de gemeentelijke baten. Het kengetal 'grondexploitaties' laat in de periode 2019-2022 een ontwikkeling zien die gunstig te noemen is. In 2020 neemt hij weer even toe om daarna weer af te nemen. De relatieve waarde van de grondposities ten opzichte van de totale baten neemt op de lange termijn zichtbaar af.
Al met al voldoen we aan de doelstellingen de we ons zelf gesteld hebben voor een gezonde schuldpositie, een stevige solvabiliteit en voldoende structurele ruimte in de exploitatie en een verstandige omgang met de verhoudingsgewijs afnemende gemeentelijke grondexploitaties. Wij kunnen onze financiële positie nu en in de toekomst robuust noemen.